GREENHOUSE INSTALLATION at TANYA BONAKDAR GALLERY, NEW YORK

JANUARY 6 – FEBRUARY 15, 2018

Carla Klein’s seventh solo show with the gallery presents a series of expansive works depicting greenhouse interiors throughout Europe. The diverse body of paintings includes cool-toned studies of lush flora, complemented by fiery views of banana leaf trees, and a sleek spaceship-like heater that conjures some otherworldly landscape out of a science fiction novel. Across these canvases, works take the shape of timeless spaces, familiar but foreign, with sweeping perspectives evoking a spectrum of imagined memories from the Jurassic period and post-apocalyptic visions of the future.

The large-scale and panoramic parameters of these works enable a psychophysical entrance into the surreal botanical perspectives. An essence of speed or motion is implied by the compositions’ unusually low vantage points and strong diagonal features. The sense of vast depth pushes into indeterminable and unarticulated backgrounds filled with shadows of things or empty space that you want to gain access into, in seeking details beyond the horizon line. These features lead the viewer immediately into Carla Klein’s interiors, as if we were passing through the spaces ourselves. Tempering the illusion, the works’ abstract surface details bring awareness to the picture plane, reinforcing a barrier with the viewer, simultaneously acknowledging the painting as painting and painting as object.

Carla Klein’s compositions are conceived through a negotiation between the artist’s first-hand observation and photographic documentations capturing these precise moments. Shooting hundreds snapshots as she moves through spaces, Carla Klein isolates the nuances of moments in a search for the most concrete expression of each observation or experience.

Carla Klein’s work explores the relationship between photography and painting and the layers of mediation involved in the creation and interpretation of images. With the fallibility of observation at the fore, Carla Klein’s meditation calls into question the very nature of observation. The camera’s objective eye warrants a certain kind of truth while painterly renderings become objects far enough removed from their subjects that they take on new and different meanings as the artist exaggerates the inconsistencies between what is really seen and observed.

Irregularities are exacerbated and the misgivings of reproduction exploited as Carla Klein articulates images in the darkroom. Artifacts of development are often kept and enhanced—part of the imaging process that Carla Klein defines as the “abstract consequence” of the photograph. For example, several filters may be applied to part or all of an image to reveal different possibilities in reproduction or missing fragments of an image (consequences from the dark room processing) are later enhanced by drips of paint or swaths of white negative space. In emphasizing the inherent flaws in any representational process, Carla Klein’s work offers a compelling and authentic visual experience  that pushes the original photographic image towards abstraction while maintaining a very direct relationship to its source.

DE MEEST EIGENTIJDS SCHILDERIJEN TENTOONSTELLING
Tentoonstelling in Het Dordrecht museum 2018

Tentoonstelling samengesteld door Han Schuil en Gerrit Willems.

Tekst: Laure van den Hout

Carla Klein gebruikt fotografie als bemiddeling tussen de werkelijkheid en haar schilderijen. De plek die ze fotografeert moet een zekere anonimiteit hebben. Om die reden verwijst Carla Klein in de titels van haar werken ook niet naar de plek of het land waar de foto’s gemaakt zijn. In plaats daarvan heten haar doeken Untitled.
De camera vangt de werkelijkheid altijd anders dan dat wij haar zien. Waar in vroeger tijden gedacht werd dat fotografie de werkelijkheid kon representeren, is het proces van foto-graveren in feite manipulatiever dan het lijkt doordat je ook kiest wat je niet laat zien. Een gekaderd ogenblik is de keuze voor een bepaalde werkelijkheid. Klein is geïnteresseerd in de ruis die door de fotografie meekomt in het beeld.

Lees verder

Een foto vanuit de auto genomen, laat het vuil op de autoruit óók zien. Maar ook de tussenkomst van stof, haartjes en krassen die zich op de lens bevinden of beschadigingen die ontstaan op de ontwikkelde foto’s zijn elementen die Carla Klein aanspreken. Net als vlekken die ontstaan door uitgewerkte chemicaliën tijdens het ontwikkelproces, of lens flares op de opnames zelf, worden het – doordat Carla Klein ze vertaalt in verf – abstracte elementen in haar schilderijen. Het gezichtspunt in Carla Kleins doeken is een samenkomst van lagen: het werkelijke landschap, de ruis die ontstaat door het maken van de foto en de spontane verander-ingen die optreden tijdens of na het ontwikkelen van het beeld. In het werk van Carla Klein is sprake van een zekere mate van vervreemding.

Ze schildert verlaten landschappen zonder mensen. Industrieel aandoende stedelijke omgevingen, of eindeloze wegen gezien vanuit een auto. Af en toe is er een stoplicht, auto, vliegtuig, verkeersbord of wachtruimte in beeld. Het contrast tussen het door de mens gemaakte en de wilde natuur spreekt Carla Klein aan.

Recent schildert Carla Klein interieurs van kassen. Exotische planten hangen in rijen vanaf het glazen dak of staan in bakken naast elkaar. De weidse landschappen zijn ingeruild voor een afgesloten binnenruimte, maar de vervreemding blijft. Die is aanwezig in de wetenschap dat je kijkt naar iets dat exotisch is, maar door de mens gecultiveerd wordt en uit zijn oorspronkelijke context is gehaald. Deze doeken doen denken aan Carla Kleins vroegere werk, met aquaria en terrariums. Wederom het contrast tussen de menselijke hand en sporen van oor-spronkelijke wilde natuur. In Carla Kleins werk mag de fysieke mens dan wel buiten beeld zin, de artefacten van het menselijk bestaan zin alomtegenwoordig.

Laure van den Hout 

Studio overview 2018

Interview Carla Klein met Han Schuil en Gerrit Willems op het atelier

Uitgeschreven door Gerrit Willems

Schilderij en foto
Schilderijen die ik goed vind, nemen en ruimte in beslag. Ze creëeren een atmosfeer waarmee je helemaal omgeven wordt. Die schilderijen brengen je naar een andere wereld dat is niet per se een figuratieve wereld. In een tentoonstelling wort dat effect nog versterkt doordat de schilderijen onderling gaan samenwerken. Material, beeld, aanwezigheid, deze drie elementen samen geven het schilderij zijn kracht. Een foto of een video werkt anders. Schilderijen hebben en uitstraling, een video word je ingezogen. Een foto, of die nu wordt afgedrukt op groot formaat, getoond op een lichtbak of geprojecteerd, mist die sterk fysieke materialiteit. Ik gebruik de foto wel als uitgangspunt voor mijn werk. Voordat ik een schilderij maak, neem ik heel veel foto’s. Ik ben geïnteresseerd in de fotografische afbeelding van de werkelijkheid. Ik wil de wereld niet direct schilderen, want als ik een zwembad zou schilderen of een plantenkas, zou ik alleen maar dat plaatje maken. Dat wil ik niet. Ik schilder de wereld zoals de zich in foto’s aan mij voordoet, ik schilder niet náár een foto, maar de wereld áls foto. De foto is de werkelijkheid die ik wil schilderen Hoe foto’s binnen onze huidige cultuur ons beeld van de werkelijkheid vormen, dat vind ik fascinerend. Het is heel interessant dat tegenwoordig op eke camera een bewerkingsprogramma zit, Waarmee je de waarneming van de wereld die ie fotografeert kunt veranderen. Filters, vervormingen, verschillende kleuren, zo’n foto is dus een andere manier geworden om de wereld te zien en dat verwerk ik in een schilderij. De foto’s die ik geselecteerd heb, bewerk ik tijdens het ontwikkelen. Voor mijn laatste serie schilderijen heb ik bijvoor-beeld kleurenfilters gebruikt. Ik schilder soms de krassen die op een afdruk zitten of de lichtreflectie in de lens mee, juist om te laten zien dat het een foto is. Ik ben nogal slordig bij het afdrukken, niet opzettelijk slordig, maar de ervaring leert wel dat de fouten in een afdruk de beste schilderijen opleveren. Ik kijk in de donkere kamer al met en schilderkunstig oog, omdat ik daar preciezer zie wat ik wil gaan schilderen. Ik werk niet zo veel met digitale bewerkingsprogramma’s. In het handmatig afdrukken zit meer het menselijk handelen. Als jezelf een foto afdrukt, is dat een technisch en chemisch proces, maar tegelijk ook een menselijke handeling. Het is niet volledig automatisch of gemechaniseerd, je kunt verschillende afdrukken krijgen van eenzelfde negatief. De imperfecties en vervormingen die ontstaan door die combinatie van wat ik doe met het machinale van de camera en de chemische middelen van het ontwikkelen en fixeren, geven de foto’s de kwaliteit die ik zoek. Wat dan wel weer interessant kan zin bij digitale foto’s, is de omzetting van computer naar printer. Daar kunnen ook vreemde dingen gebeuren met de inkt, de afsnijding, het papier, ook daar vind ik de imperfectie het meest interessant. 

Vakmanschap
Mijn opleiding aan de academie in Den Haag was zo af en toe oersaai, maar het heeft mij wel geholpen om te kunnen doen wat ik wil doen., lets niet kunnen, kan je heel erg belemmeren in het maken van een schilderij. Dan wordt het verkrampt. Het helpt als je weet hoe je iets moet aanpakken. Als je iets niet kunt, kun je het ook niet gebruiken. Het is beter om iets te kunnen en dan te besluiten dat je het niet wil inzetten voor een schilderij, dan het gewoon niet te kunnen. Ik geef zo af en toe nog weleens les. Dat ‘niet kunnen’ is bij studenten bijna een normale manier van werken geworden. Dat is te zien aan de schilderijen die er gemaakt worden. Ik blijf erbij dat iets kunnen wel een basis is. Natuurlijk gaat een schilderij maken veel verder dan alleen iets kundig op het doek zetten. Dat aspect heb ik dan weer wel gemist in mijn opleiding. Dat heb ikzelf moeten bevechten. Als je blijft hangen in het materiaal en het kunnen, vergeet je na te denken over wat je dan wilt met je werk. 

Werelden in werelden
Ik hou van werelden in werelden. Zoals zwembaden, luchthavens, metrostations, snelwegen en nu die plantenkassen, opzichzelfstaande locaties. Het zijn bestaande werelden, maar die voelen enorm onnatuurlijk aan, het zijn afgeschermde gebieden, vreemd en leeg. Ik wil verder niet benoemen waar mijn werk dan precies over zou gaan, want dan wordt het een verhaaltje en een illustratie. Maar vrolijk is het is nooit bij mij, nee. Je kunt zien dat de verwarmingssystemen in die kassen overheersend en onheilspellend aanwezig zijn, je zou kunnen denken aan de opwarming van de aarde, maar het schilderij is geen directe verwijzing naar een dreigende ondergang. Je ziet en voelt een benauwde warme atmosfeer, het is misschien heel even prettig die warmte, maar daarna niet meer. Dan wordt het ondragelijk. Het zijn geen plekken om lang te verblijven, dat geldt ook voor die metrostations. Ik wil het beklemmende gevoel van zo’n plek weergeven Op het moment dat je een foto neemt, definieer je een specifieke plek en en precieze tijd. Het schilderij maakt de foto die eraan voorafgaat anoniem en algemeen. Het schilderij toont een locatie die overal kan zijn. Tegelijk blijft de afbeelding op het schilderij heel herkenbaar. Het is niet dit metrostation. maar één metrostation. Het schilderij maakt het onderwerp los van tijd en plaats. De werelden die ik schilder, daar kun je zijn, maar je bent er niet. De camera maakt eerst een afstand. Het schilderij maakt het daarna mogelijk om dat beeld te manipuleren, je kunt diepte maken die er niet is en die een foto ook niet kan maken. Je kunt dingen weglaten, open plekken maken en je maakt met de verf het beeld materieel aanwezig. Met de middelen van de schilderkunst worden die beelden interessanter dan met de middelen van de fotografie. 

Engagement
Mijn werk is niet politiek, maar wel filosofisch. Engagement de schilderkunst vind ik lastig. Het is bijzonder moeilijk om beelden niet documentair te laten zijn. Ik mis bij dergelijke onderwerpen het abstracte, de afstand. Een goed schilderij moet je toch naar een hoger plan brengen. Wat dat hoger plan is, vind ik dan weer moeilijk te benoemen. Een beeld moet nazinderen, je moet nog iets overhouden als je het gezien hebt, het moet je niet meer loslaten. Maatschappelijke onderwerpen zin narratief, ik wil met een schilderij niks vertellen. Ik wil een beeld scheppen. 

Schilderkunst
De commerciële belangen zijn in de kunst steeds groter geworden en kunstinstellingen moeten publiek trekken om te kunnen overleven. Als er schilderkunst getoond wordt, zijn het vaak de grote namen van de moderne klassieken: Matisse, Picasso, Mondrian of Bacon. Maar en blockbuster in en museum is vaak nog altijd schilderkunst. Hedendaagse schilderkunst zie je minder, dat is een te groot risico waar-schijnlijk. Daar zou meer aandacht voor kunnen zijn. Maar echt aan de zijlijn staat de schilderkunst naar mijn gevoel niet. Dat gebrek aan aandacht komt omdat een schilderij zelden over de actualiteit gaat. Dat maakt het misschien minder aantrekkelijk en spectaculair om te tonen, maar ik vind ook niet dat en schilderij op een directe manier over de actualiteit gaat. Dat maakt het misschien minder aantrekkelijk en spectaculair om te tonen, maar ik vind ook niet dat een schilderij op een directe manier over de actualiteit moet gaan. Dat wil zeggen, een schilderij moet niet onmiddellijk reageren op een situatie of gebeurtenis en daar dan iets van vinden. Het is helemaal geen medium om ergens iets van te vinden, om meningen te ventileren. Schilderen is een traag medium dat aanzet tot langer nadenken over de wereld waarin wij leven. Het denken in opinies gaat veel sneller, dat is een reactie op informatie en daar wordt dan ok weer op gereageerd met een andere mening. Zo werkt een schilderij niet. Het vraagt een andere aandacht. Het gaat ook niet om vertellen. Wat een schilderij met je doet, zit verweven in het materiaal. Het heeft een andere aanwezigheid dan een verhaal. 

GREENHOUSE INSTALLATION at ANNET GELINK GALLERY, AMSTERDAM

OCTOBER 20 NOVEMBER 17, 2018